Wanneer je een lijfrente afsluit, bouw je aan een inkomen voor een later tijdstip in je leven. Bijvoorbeeld om eerder te kunnen stoppen met werken of om in de toekomst je pensioen aan te vullen. Globaal gezien bestaat een ‘lijfrente-traject’ uit twee fases: de opbouwfase en de expirerende fase. Is de expirerende fase aangebroken, dan komt de opgespaarde lijfrente vrij en kun je de vruchten plukken van hetgeen je hebt gespaard. Maar wanneer je deze vruchten in het buitenland wil souperen, is een kleine waarschuwing wel op z’n plaats: emigreren met een lijfrente uitkering gaat niet altijd zonder slag of stoot.
Op het moment dat je emigreert, eindigt in principe je Nederlandse belastingplicht. Dit betekent, dat de Nederlandse fiscus geen voordeel behaalt bij jouw inkomsten. Andersom is soms een ander verhaal: jij hebt, wanneer je gebruik hebt gemaakt van de fiscale aftrekmogelijkheden, financieel voordeel genoten, doordat de premie voor de lijfrente in mindering is gebracht op je inkomsten. Wanneer je emigreert, moet je dit genoten voordeel “onder voorbehoud” terugbetalen. Dit gebeurt door middel van een conserverende aanslag.
Wat is een conserverende aanslag en hoe werkt dat?
Mensen die slechts een gedeelte van het jaar in Nederland hebben gewoond (omdat ze zijn geë- of immigreerd) maken voor hun belastingaangifte gebruik van een zogenoemd M-formulier. Op dit formulier moet ook de waarde van de lijfrente op het moment van emigratie worden aangegeven. Deze waarde kan worden opgevraagd bij de verzekeraar waar je de lijfrente hebt afgesloten. De waarde van de lijfrente wordt vervolgens opgeteld bij je inkomsten in box 1. Over deze bijtelling brengt de belastingdienst 20% revisierente in rekening. De uitkomst van deze som is de conserverende aanslag.
Meteen afrekenen hoeft niet
Ook al kan zo’n conserverende aanslag behoorlijk in de papieren lopen, dan is dit op zich nog geen reden tot zorg: het bedrag hoeft niet direct te worden afgerekend. In plaats daarvan krijg je een ‘proefperiode’ van 10 jaar, waarin de Belastingdienst kijkt of je je houdt aan de regels van de Nederlandse belastingwetgeving. Als je in de proefperiode geen verboden handelingen verricht (zoals het afkopen van je lijfrente), kan je de Belastingdienst vragen om de aanslag kwijt te schelden.