De hoogte van je lijfrente berekenen

Hoogte lijfrente berekenenEen lijfrente afsluiten doe je niet voor de korte termijn, maar voor de lange. Je kan bijvoorbeeld een lijfrente afsluiten om een aanvulling te hebben op je bedrijfspensioen of AOW, of om juist eerder te kunnen stoppen met werken. En wanneer er sprake is van een pensioengat, kom je zelfs in aanmerking voor fiscaal voordeel wanneer je een lijfrente of koopsompolis afsluit. Maar hoe weet je nu hoe hoog je uiteindelijke lijfrente uitkering wordt? Kun je de hoogte van je lijfrente berekenen? 

Helaas is daar geen eenduidig antwoord op te geven. Wil je een lijfrente afsluiten voor later, vergelijk dan verschillende aanbieders voordat je een lijfrente afsluit. Ook zal je (uiteindelijk, hoeft niet meteen!) moeten kiezen tussen een traditionele lijfrente of een lijfrente door middel van banksparen. Beide verzekeringen hebben hun eigen voor- en nadelen. Zo is het bij banksparen niet mogelijk om te kiezen voor een levenslange uitkering: je bouwt een spaarpot op, en aan het eind van de rit ruif je de spaarpot zoetjes aan weer leeg. Is het geld op, dan is het op en eindigt de uitkering. Bij een traditionele lijfrenteverzekering daarentegen kan je ook kiezen voor een levenslange uitkering. Deze ligt uiteraard wel lager dan een tijdelijke uitkering, puur omdat er (tenzij je voortijdig komt te overlijden) meer termijnen moeten worden uitgekeerd.

Sterftekans

De keuze tussen traditioneel en bancair is er, zoals gezegd, niet één die je direct hoeft te maken: op het moment dat je lijfrente vrijkomt, is vroeg genoeg. Kies je voor een lijfrentespaarrekening, dan betekent dit dat je nooit een levenslange uitkering kan garanderen. Met een bancaire lijfrente ben je immers gebonden aan een bepaalde looptijd (minimaal 5 jaar). Bij een direct ingaande lijfrente ligt dat anders: deze kan je afsluiten voor een bepaalde periode, maar ook voor de rest van je leven. Wel geldt dat er gedurende de looptijd altijd een sterftekans moet zijn van minimaal 1%. Dit wordt het sterftekanscriterium genoemd. Voor een man van 45 jaar bijvoorbeeld, moet de lijfrente uitkering minimaal 47 maanden duren om te voldoen aan het 1% sterftekanscriterium. Ben je daarentegen al 61, dan volstaat een jaar al om maar aan je 1%-criterium te voldoen. Hoe ouder je bent, hoe korter je je direct ingaande lijfrente dus kan laten duren- waardoor het uit te keren bedrag per maand toeneemt. Ben je van het vrouwelijk geslacht, dan moet je overigens iets meer geduld hebben: vrouwen worden in de regel net iets ouder dan mannen, dus het duurt langer voordat het 1% sterftekanscriterium wordt gehaald. Zo moet je als vrouw zijnde voor een direct ingaande lijfrente met de looptijd van een jaar, minstens 66 jaar oud zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *